Over toer-rijden, werven van klanten, ‘bammen’ , zelfbediening en quinoa-brood “90 jaar bakker Swaanen. Dat is een hele tijd,” zegt de 81-jarige Jeanny Swaanen-van der Laak, die een groot deel van die 90 jaar heeft meegemaakt en niet om een anekdote verlegen zit. “Mijn meisjesnaam is van der Laak en de Van der Laaks waren ook al bakker. Eigenlijk begint de bakkershistorie bij mijn opa en oma, Van der Laak-Klaassen. Dat waren beide bakkersfamilies. Opa en oma hadden een kleine bakkerij aan de Tilburgseweg in Hilvarenbeek, zo’n beetje tegenover het benzinestation. Je kunt nog zien waar dat was. Een van de huizen daar heeft een glas-in-lood raam met een bakkersmotief. Mijn vader nam het bedrijf over in 1925. Bij hem begint de 90-jarige geschiedenis. We hebben van hem een inschrijving bij de kamer van koophandel. Vader Van der Laak trouwde met – hoe kan het anders – een bakkerskind van de familie de Jong uit Poppel. Even dreigde men in Poppel de zaak te gaan uitbouwen, maar er werd uiteindelijk voor Hilvarenbeek gekozen.” Bakkers én een worstenbroodje Wat in de vorige eeuw heel gewoon was bestaat niet meer: thuis brood bezorgen. Aanvankelijk gebeurde dat met paard en wagen, later met de transportfiets en de bakfiets en tenslotte met de auto. Jeanny reed ook toer met een bakfiets. Op die tochten kwam zij in de buurt van de Westrik steevast Jan Swaanen tegen. Jan werkte bij zijn vader in de bakkerszaak aan de Diessenseweg. Het tweetal zag elkaar wel zitten, te meer daar Jan steevast een paar worstenbroodjes bij zich had. “Die aten we samen op en dan reden we weer verder.” Jan en Jeanny trouwden in 1956 en namen de naam bakker Van der Laak veranderde in Bakker Jan Swaanen. “Toentertijd werd er gestreden om iedere klant . In Hilvarenbeek waren wel 11 bakkers en iedere klant was er één. Als er iemand nieuw kwam wonen dan vlogen we er op af ‘als een haan op een knoezelbos (kruisbessenstruik).’ De klanten moesten verleid worden: een gratis krentenmik als ze klant werden, of een taart of zelfs een week gratis brood. Wij waren er vaak heel snel bij, wisten precies wanneer een nieuwe klant zich aandiende. We reden allebei een hele grote toer en hadden onze oren en ogen altijd groep open. Ons klantenbestand groeide gestaag. Het was hard werken. Eerst brood bakken en dan gaan bezorgen. In die tijd ging nog heel veel op de pof. Je schreef dat allemaal nauwkeurig op in een notitieboek. Mensen rekenden vaak pas af als de kinderbijslag binnen was, als de varkens geleverd waren of de kippen vetgemest waren. En je moest er dan snel bij zijn, want niet alleen de bakker wilde zijn ‘pofgeld’ namelijk innen. Vaak visten we achter het net en van het geld dat ik nog tegoed had zou ik wel een autootje kunnen kopen,” grapt Jeanny. “Nu kom je daar niet meer mee weg. Kopen en meteen betalen is het nu.Het assortiment was ook niet zo breed: wit, bruin en roggebrood en een krentenmik. Later kwam er gebak bij. Moet je nou eens kijken hoeveel broodsoorten er dagelijks gebakken worden, de diversiteit aan gebak en luxe broodjes. De apparatuur is nu ook veel beter. Wij stookten eerst nog met ‘de mutserd’, later met briketten we weer later gebruikten we gasovens. Wat hebben we gewerkt. Maar ik kom nog graag op de bakkerij om te zien hoe het er aan toe gaat. Het zit in de genen, hè.” Zoutloos Wie kent het nog? Zoutloos brood. Vroeger werd het wel voorgeschreven door de dokter. In gewoon brood zat in de vorige eeuw 4% zout, nu is dat 1,8 %. Daarom zie het niet meer in de winkel. Theo: “Ik herinner me nog dat iemand zoutloos brood niet lekker vond. Hij legde er een flinke schel zoute ham op!” Nieuwe generaties De liefde voor het bakkersambacht kregen de kinderen van Jan en Jeanny met de paplepel ingegoten. Theo en Johanna Swaanen namen het bedrijf dat vanaf het einde van de zeventiger jaren van de vorige eeuw aan de Apollostraat gevestigd was over. In 1998 werden zij eigenaar. Tezelfdertijd nam broer Erik van een oom de bakkerszaak in Oisterwijk over. De broers werkten gedurende 10 jaar veel samen en innovatie was hen niet vreemd. Theo en Erik (die nog steeds erg betrokken is bij de bakkerij): “Om met de tijd mee te gaan moet je ook nieuwe dingen bedenken en efficiënter gaan werken. Zo kozen we ervoor om alles in Hilvarenbeek te produceren. Maar we keken ook naar andere winkelformules. Zo waren wij in Hilvarenbeek een van de eerste bakkers met een zelfbedieningsconcept. In Oisterwijk kan men in de zaak lunchen. We staan bekend om onze superverse belegde broodjes en ‘bammen’. Wij beleggen die bijvoorbeeld met carpaccio van de Keurslager en met geitenkaas van de Walhoeve. Wij zien dat in Oisterwijk het Fjord brood harder loopt dan in Hilvarenbeek. Wij zijn super klantgericht, maar hechten aan de kwaliteit. Niet voor niks zijn wij trots op het predicaat ‘Echte Bakker.’ Dat word je niet zomaar. Je moet aan de strengste eisen voldoen. Het hele jaar door komen Keurmeesters van het Nederlands Bakkerij Centrum onze producten ophalen om ze in het laboratorium te keuren. Daarnaast worden onze winkels regelmatig beoordeeld op bediening, hygiëne, presentatie en uitstraling.” Krek as vruger Dennis Swaanen loopt zich warm om de zaak van zijn vader Theo over te nemen en zou zo de vijfde generatie zijn. Dennis is de man van de nieuwe producten en geniet ervan om traditie en innovatie met elkaar te verbinden. “Ik vind het geweldig om samen met mijn vader nieuwe broodsoorten te creëren. Zo is nu quinoa populair, maar quinoa-brood is er nog niet en wij zoeken nu naar de juiste receptuur. Ons Swaantjesfit is een succes evenals onze Hilverspeltbroden. De spelt wordt speciaal voor ons verbouwd in Diessen en gemalen op de Hilvarenbeekse molen. En om de cirkel rond te maken moet je ons brood ‘Krek als vruger’ eens proberen. Dat is een volkorenbrood waarin zes granen verwerkt zijn. Dit brood is ontwikkeld samen met het Bakkerijmuseum in Luycksgestel. Innovatie en traditie proberen wij altijd te combineren. Kom eens proeven zou ik zeggen. Onze deuren staan voor onze klanten open!” Swaanen toppers Hiervoor moet je naar Swaanen: progrestaart, gele eierkoeken, worstenbroodjes (in 1986 het beste worstenbroodje van Brabant), speltbrood, speltpistolets, zuurdesembrood, koolhydraatarm brood. In Oisterwijk maken we belegde broodjes en ‘bammen.’ Broodjes recht uit de oven: heerlijk!!! De mythe van het stokbrood Het stokbrood in Frankrijk is helemaal niet beter dan dat van Swaanen. In Frankrijk eet men het stokbrood vaak supervers, pas uit de oven. In Nederland koopt men op zaterdag het stokbrood en eet men het op zondag. Tja, dan smaakt het echt ander. Hard werken Jeanny: “Vroeger moest je door weer en wind bezorgen. Als er sneeuw lag en het was koud en je kwam dan in het buitengebied op een boerderij en je zag de boer achter de plattebuiskachel lekker warm zitten dan was je jaloers. Het viel dan niet mee als je teruggestuurd werd naar je bakfiets om nog even een peperkoek of een rol beschuit te halen.”